De emigratie van Piet Bijvoet met zijn gezin is opgetekend door zijn zoon Wim Bijvoet (in Australië Bill Byvoet).
Inleiding door Koos Bijvoet, neef van Bill Byvoet
Naar aanleiding van het artikel van Fred Stuifbergen over de emigranten uit Obdam vroeg ik mij af hoe mijn neef Bill Byvoet de emigratie heeft ervaren. In 1953 vertrok hij op negenjarige leeftijd met zijn familie naar Australië. Bill Byvoet is de zoon van Piet Bijvoet en Annie Bijvoet-de Boer.
Bill reageerde zeer positief op mijn verzoek om daar iets over te vertellen en al snel kreeg ik een verhaal in het Engels over zijn belevenissen. Hij schreef dat hij de tekst ook in het Nederlands zou aanleveren. Ik heb Nederlandse vertaling van Bill hier en daar een beetje aangepast. Op zijn verzoek is, ten behoeve van zijn familieleden die het Nederlands niet machtig zijn, ook zijn originele Engelse tekst opgenomen.
Zoals mijn persoontje is ook Bill Byvoet nakomeling uit de familie die eigenaar is van het betrijf BIJVOET OBDAM (tegenwoordig Bijvoet Transporten). Zie ons artikel BIJVOET OBDAM.
De grootvader van Bill en mij was Willem Bijvoet, getrouwd met Alida Stam. Voor een volledig overzicht van het gezin klik hier Twee kinderen van dit gezin, Catharina en Nicolaas, zijn maart 1920 overleden. Dit was het gevolg van de toen heersende epidemie van de Spaanse griep. Wilhelmus overleed in 1946 op 21-jarige leeftijd als gevolg van een opgelopen TBC tijdens de Arbeitseinsatz in Duitsland. Vader Willem zette samen met zijn zonen Nicolaas (Klaas) en Johannes (Jan) het bedrijf BIJVOET OBDAM voort. Petrus (Piet) trouwde met Annie de Boer en hij was het die met zijn gezin naar Australië emigreerde. |
Het gezin van Petrus (Piet) Bijvoet en Annie de Boer
Voor een volledig overzicht van het gezin klik hier
De zoon Cornelis (Keesje) die geboren werd in 1946 overleed op 3-jarige leeftijd door een noodlottig ongeval. Een nieuwe kerklok werd in een feestelijke optocht naar de Sint Victorkerk gereden. Ter hoogte van het huis van Jan Bijvoet raakte Keesje onder de vrachtwagen met fatale en vergaande gevolgen.
Later in Australië vertelde Piet aan zijn zoon dat elke keer als de klok luidde het hem herinnerde aan het ongeluk en de reden is geweest om te emigreren.
Voor het complete verhaal over de kerkklokken van Obdam klik hier.
En dan nu het verhaal van Wim Bijvoet alias Bill Byvoet over hun emigratie naar Australië
Leaving Obdam door Bill Byvoet
|
Click here for the English version |
Op 28 oktober 1953 verliet het gezin van Piet Bijvoet Nederland met ms. Sibajak van Rotterdam naar Australië.
Het gezin bestond uit Piet Bijvoet en Annie Bijvoet-de Boer en hun kinderen Wim (in Australië Bill genoemd), Peter Kees, en Lisha. Het gezin van Jan Reus (een ander Obdams gezin) was ook aan boord. Voor ons vertrek waren er familie en vrienden op de kade om afscheid te nemen en om ons uit te zwaaien. Ik herinner me nog de serpentine en de tranen. Voor mij was dit het begin van een groot avontuur.
Piet Bijvoet en zijn gezin aan boord van de ms. Sibajak.
Het middelste jongetje is Bill Byvoet. Hier heette hij echter nog Wim Bijvoet.
Mijn negende verjaardag op 29 oktober 1953 was het begin van een nieuw tijdperk voor mij.
Dat was toen ik ontdekte dat er meer te zien was dan het weelderige, groene landschap van de West-Friese polders. Varend door het Nauw van Calais zagen we de witte rotsen van Dover. Toen we de Middellandse Zee invoeren zagen we de rots van Gibraltar. Beide waren indrukwekkend om te zien. Tijdens de cruise van meer dan dertig dagen hadden wij als kinderen een mooie tijd. Het was net een vakantie. We konden de verschillende dekken verkennen of naar de speelplaats gaan. Als je over de balustrades keek kon je soms dolfijnen of vliegende vissen zien.
Aan het eind van de Middellandse Zee was onze eerste stop Port Said. Vanwege de Suez-crisis moesten we aan boord blijven. In de haven kwamen verkopers in kleine boten langszij het schip voor de handel van hun waren. Ze plaatsten de artikelen in een mand, die was vastgebonden aan een touw om de handelswaar omhoog te kunnen trekken. Er waren ook jongens die naar de munten doken die mensen vanaf de kant naar hen toegooiden. Varende door het Suezkanaal zag ik voor de eerste keer een zandwoestijn met palmbomen. Verder was het enige dat ik me hiervan kan herinneren de Britse soldaten die naar ons zwaaiden en enkele lokale werkers met manden met zand op hun hoofd voor het herstel van de oevers.
Onze volgende stop was Aden. Voor zover ik het me kan herinneren was het droog en stoffig. Daar dronk ik mijn allereerste flesje Coca Cola. Ik zag ook een kameel een kar trekken. Na Aden reisden we via de Indische Oceaan naar onze eerste stop in Australië, Fremantle. Op de Indische Oceaan passeerden we de evenaar. De bemanning van het schip voerde hier een toneelstukje op met één persoon verkleed als Neptunus.
Op 2 december 1953 ontscheepten we bij Port Melbourne.
Vanaf daar reisden we naar Ballarat in een stoomtrein. De trein reed over vlaktes, over en rondom heuvels. Het was een landschap totaal verschillend van Noord-Holland. Het was een warme dag met een blauwe lucht. Er waren eucalyptusbomen en het gras had de kleur van stro. Bij het Ballarat-station ontmoetten we een katholieke priester. Deze bracht ons naar Creswick, een afstand van ongeveer twintig kilometer. We verbleven er in een voormalig hotel dat was omgebouwd tot emigrantenhostel.
Creswick ligt in een vallei aan de andere kant van de Great Dividing Range van Ballarat. Het inwonertal was ongeveer zo groot als dat van Obdam. Het was een geweldige plaats voor een jochie om op te groeien. Er waren kreken, enkele heuvels, paden door het bos, een spoorlijn, en natuurlijk het zwembad. Het was een oude goudzoekersstad en dus waren er ook enkele mijnsteenbergen. De omgeving gaf de familie de gelegenheid om op 's zondags aangename wandelingen te maken en andere activiteiten te ontlooien. Als jongens konden we overal zwerven en de omgeving verkennen. We fietsten door het dorp en langs bospaden, we vingen konijnen in het bos en yabbies (Australische zoetwaterkreeften) in de kreek of we gingen vissen. Wanneer het weer geschikt was gingen we zwemmen in het zwembad of in waterpoelen in de rivier. Het zwembad had twee duikplanken en een tien meter hoog duikplatform. Dus we hielden ons wel bezig. De vogels waren wat anders dan die in Nederland. De rosella's, parkieten, graspapegaaien en eksters waren helderder en veel kleurrijker.
We woonden nog steeds in het hostel toen op een warme dag de lucht helemaal rood kleurde. Dit werd veroorzaakt door de filtering van het zonlicht door hoge stofwolken die vanuit het binnenland werden opgeblazen door de sterke wind.
Op een dag bezocht ma de kruidenier en vroeg ze om eggs (eieren). De kruidenier vond haar accent moeilijk te begrijpen en hij zette een gloednieuwe bijl (axe) op de toonbank. De woorden eggs en axe klinken in het Engels ongeveer hetzelfde. Omdat de Australiërs grote moeite hadden met het uitspreken van de naam Bijvoet, veranderde pa de spelling naar Byvoet.
Na een paar maanden kwamen oom Frans Vleugel en tante Emmy ook naar Australië. Tante Emmy was een zus van mijn moeder. Samen werd er een huis gekocht in Creswick waar beide families vanuit het hostel naar toe verhuisden. Daar hadden we een grote groentetuin en enkele fruitbomen. Achter het huis was een kippenhok en de kinderen hadden ieder een klein tuintje. Rond deze tijd werd mijn Engels ook beter zodat de taalbarrière verdween.
Het huis in Creswick
Eenmaal per jaar kregen we een perceel toegewezen om brandhout te kappen. Wij hielpen pa en oom Frans met het omhakken van de bomen en in stukken van anderhalve meter te hakken, klaar voor transport. Het mooiste hiervan was na afloop een brandstapel te maken van de takken en bladeren en dat te verbranden.
5 November was Guy Fawkes dag. Weken van te voren verzamelden de kinderen alles wat geschikt was voor een vreugdevuur. Om extra geld te krijgen om het vuurwerk te kopen verzamelden wij lege flessen voor het statiegeld. Het was altijd een geweldige avond voor iedereen.
In november 1956 werden in het kader van de Olympische Spelen in Ballarat de roeiwedstrijden gehouden. Ik kreeg een lift op de achterkant van een truck om er te komen. Toen we er aankwamen, konden we vanwege alle mensen binnen de omheining niets zien. Iemand maakte vervolgens een gat in het hek voor ons en konden wij binnenglippen om alles goed te zien.
De tuin bij het huis in Creswick | Eerste auto van Bill's vader in Australië |
In 1957 toen ik op de middelbare school begon, verhuisde het gezin Byvoet naar Ballarat. Vader kocht een huis in het midden van de stad. We hielpen papa met renoveren van het huis en het bouwen van een nieuwe garage. Het leven was in veel hetzelfde als in Creswick. Ballarat was een stad van ongeveer veertigduizend mensen en breidde zich verder uit. De stad had drie bioscopen, tal van zwembaden en sportvelden. Dus waren er voldoende plekken om ons bezig te houden. We gingen overal met de fiets naar toe. Tijdens de zomervakantie gingen wij met een caravan naar het strand.
Nu kwam er ook familie uit Nederland om ons te bezoeken. Ook opa en oma de Boer kwamen. Het was echt geweldig om ze te zien en een tijd samen met ze door te brengen. Opa was in zijn element, hij hoefde niet naar de markt in Purmerend te gaan voor de verkoop van vee. Hier was de markt slechts vierhonderd meter van ons huis.
Ook bezochten mama en pa vrij regelmatig Holland. Op een dag na een van de bezoeken stelde pa mij een vraag: 'Wat zou je ervan vinden als we terug zouden gaan naar Holland om daar te gaan wonen? Ik antwoordde dat als we terug zouden gaan naar Holland, ik niet kon garanderen dat ik er zou blijven. Voor mijn moeder was het een regelrecht nee. Een van haar redenen was dat de morele revolutie in Holland verder was gevorderd dan in Australië. Maar ik denk dat ze vooral bang was dat de familie uit elkaar zou vallen.
De ouders van Bill, Piet Bijvoet Annie de Boer
In juni - juli 2001, leed moeder al aan Alzheimer en werd verzorgd in een verpleeghuis. Haar spreken in het Engels verslechterde en ze begon zeer onsamenhangend West-Fries te praten. In die tijd ging ik samen met pa naar Holland. We logeerden bij mijn oom Klaas Bijvoet en zijn vrouw Ans. Het weer in Obdam zijn pepte papa erg op, Obdam was een deel van hem en hij hoorde hier thuis. Het luisteren naar de gesprekken met zijn oude vrienden over hun ontdekkingen in hun jongere dagen, vond ik verhelderend, en soms humoristisch. De eerste ochtend voor het ontbijt liep ik rond Obdam. Het was opwindend, de zon was net op. De gebouwen waren indrukwekkend, en het natuur was oh zo groen. Later op een andere ontdekkingstocht door Obdam miste ik sommige dingen van vroeger: de grote kastanjeboom in het bos, de speeltuin, de knoestige bruggetjes en pa's werkplaats. De garage van opa Bijvoet was verplaatst naar de Braken. Ik wilde naar de molen lopen, maar het kerkepad was er niet meer.
Als ik pa rondreed voor het bezoek aan vrienden of familieleden vroeg hij me mij om te rijden via de buitenwegen. Hij wilde de omgeving zien zoals hij het zich herinnerde. Voor mij was de binding met de familie het mooiste van het bezoek. Dat speciale gevoel is nog steeds bij me.
Omdat we van plan waren om wat foto's te nemen kregen Ans Bijvoet, haar broer en ik toegang tot de kerktoren van de Sint Victorkerk. Tijdens de klim naar boven zag ik de kerkklok. De eerste keer dat ik deze klok zag was op de vrachtwagen die mijn broer Keesje verwondde. Hij overleed enkele uren later aan zijn verwondingen. Ik zeg dit omdat vader me eens vertelde dat elke keer als de klok luidde het hem herinnerde aan het ongeluk. Dit was een van zijn overweging om te emigreren.
Zie het artikel over de klokken van Obdam
Toen pa wat minder werd verhuisde hij naar een bejaardenhuis. Hij hield zich fit door wandelingetjes met zijn wandelframe rond het winkelcentrum naast de deur. Hij ontmoette zo mensen en kon een praatje maken. Rond deze tijd overleed moeder. Bij het naderen van zijn negentigste verjaardag begon de gezondheid van mijn vader af te nemen. Hij stopte met autorijden en hij voelde zich depressief. Toen mijn vrouw Margaret hem op een dag bezocht vroeg hij haar om een mooi schilderij van Obdam te verwijderen. Het schilderij maakte hem verdrietig. Enkele maanden na zijn verjaardag ging hij naar het ziekenhuis. Zijn gezondheid verbeterde niet en vervolgens werd hij overgeplaatst naar een verpleeghuis. Hij overleed enkele maanden na zijn 91ste verjaardag. Piet Bijvoet had een goed en druk leven, maar hij heeft zich altijd afgevraagd hoe zijn leven zou zijn geweest als we in Obdam gebleven waren.
Ik geniet nu van mijn pensioen en dus hebben we nu een beetje meer tijd. Dus tijdens de eerste winter van mijn pensioen trokken we noordwaarts naar Europa waar het dus zomer was. Natuurlijk kwamen we in Obdam en we werden begroet met open armen. We logeerde bij mijn nicht Lidy en haar echtgenoot Henk Karsten. Ik ben geboren op Dorpsstraat 95. Mijn nicht Anja woont er nu met haar echtgenoot Timo Hoffer. Tijdens een bezoek aan hen gingen we naar buiten om naar mijn oude achtertuin te kijken. Er stonden nu huizen die het uitzicht blokkeerden. Geen groene weiden meer, geen bomen meer langs de weg van Spierdijk welke ik vroeger vanuit de tuin kon zien.
Naast alle bezoekjes aan de familie, fietsten we rond de Berkmeer, door Hensbroek, Ursem en Spierdijk. We bezochten Alkmaar, Schagen, Volendam en Egmond aan Zee. Dit prachtige land was een nieuwe ervaring voor Margaret en zij hield er van. Het was geweldig dat ik iets met haar kon delen van mijn jeugdjaren. Helaas, aan alle goede dingen komt een eind. Dus in de hoop elkaar in de toekomst weer te zien namen we afscheid en vertrokken naar huis.
De vorige winter reisden we af naar het warme noorden van Australië met onze caravan. Het was een reis van 14.184 kilometer en duurde twee maanden. We gingen naar Kakadu, Darwin, Ayers Rock en alles daar tussen. Het was geweldig. In de komende winter hopen we het zelfde te doen en bezoeken waarschijnlijk het Great Barrier Reef. Australië is een uitgestrekt, prachtig land en we hebben het nog lang niet allemaal gezien.
Maar ik verlang ook Obdam weer te zien en misschien komen we weer terug en kan ik weer een partijtje golf spelen met Henk en Timo.
JE KUNT DE JONGEN WEGHALEN UIT OBDAM
MAAR JE KUNT OBDAM NOOIT WEGHALEN UIT DE JONGEN
"