“Voor gedachtenis van uwe inhaling als burgemeester van Hechtel”
E-mail d.d. 21-11-2015 van André Byvoet
Onlangs kon ik, eerder bij toeval, de hand leggen op een oud document betreffende de begindagen van Jacques Byvoet als burgemeester van Hechtel.
Teneinde het verhaal te bewaren voor het nageslacht ben ik overgegaan tot het omvormen van deze teksten en documenten in een nieuw artikel, een lijvig artikel, dat enige tijd in beslag zal nemen.
Ik heb dan ook besloten om per hoofdstuk te werken en deze in stukken door te sturen.
In bijlage het eerste deel: van het overlijden van de vorige burgemeester tot de aanduiding van Jacques Byvoet als zijn opvolger.
Veel leesplezier en hopelijk snel een tweede deel.
Mvg, Andre Byvoet
I. Inleiding
Jacques,
Wij vieren vandaag uw naamfeest.
Gedoog, dat ik U, op dezen aangenamen dag iets aanbiede, wat U en gansch uwe familie onlangs tot zooveel eer als voldoening strekte, een verslag van al hetgeen vóór en bij uwe inhuldiging als Burgemeester geschiedde. U en de uwen zal het steeds herinneren in welke hooge achting gij stondt in de gemeente, terwijl het mij de gelegenheid verschaft U nu en later te zeggen, dat ik uwe groote goedheid en uwe innige vriendschap niet met ondankbaarheid en onverschilligheid vergeldde.
Bovenstaande tekst werd in de loop van 1888 neergeschreven op de eerste pagina van een oud schriftje. Een schriftje dat aan Jacques Byvoet werd geschonken naar aanleiding van zijn verkiezing tot burgemeester van Hechtel en vervolgens via zijn zoon Xavier, in handen viel van zijn kleinzoon Armand Byvoet, waarna het bij toeval, meer dan 125 jaar nadat het geschreven werd plots terug opdook en waarvan de onbekend gebleven schrijver waarschijnlijk nooit kon vermoeden dat het voor “gansch de familie” zo waardevol kon zijn.
De schrijver bespreekt in dit schriftje op minutieuze wijze het leven van Jacobus Byvoet als burgemeester van Hechtel.
Dit schriftje en de krantenknipsels, neergeschreven en bijgehouden door een vooraanstaand getuige, vormden de basis voor onderstaand verhaal. Een verhaal dat zich beperkt tot de periode van de benoeming van Jacques of Jacobus Byvoet tot burgemeester van Hechtel.
In het kader van de discussie omtrent de schrijfwijze van onze familienaam, valt het overigens op dat het gehele schriftje, inclusief de verschillende krantenartikels en brieven, steeds de naam met een Y schrijven, niet met een IJ.
II. Van de 9de april tot de 13de mei 1888
Jacobus Byvoet was eerste schepen van de gemeente Hechtel toen burgemeester J. Alex Tielen op 9 april 1888 rond 20u ’s avonds overleed. Jacobus legde de burgemeester in zijn doodskist en regelde samen met de leden van de raad zijn plechtige begrafenis.
Op zijn begrafenisplechtigheid, in aanwezigheid van de gouverneur, sprak Jacques volgende lijkrede:
Mijne Heeren,
Het hart diep geschokt, staan wij een laatste maal geschaard om dit gapend graf, dat weldra het overschot zal bevatten van een man, wiens afsterven iedereen die hem gekend heeft in rouw dompelt, en wiens aandenken, op dit oogenblik, nog eenige dankbare woorden van mijn hart op mijne lippen legt.
De geachte overledene J-A Tielen, in 1820 te Exel geboren, kwam aan het bestier dezer gemeente in het jaar 1862, en bracht tot zijnen laatsten ademtocht, in de uitoefening zijner bediening eene werkzaamheid, die wonderwel, door zijne verdiensten en bekwaamheid onderschraagd werd.
De man, de vriend is U te wel bekend, Mijne Heeren, dan dat ik U wijd en breed herinnere zijne gehechtheid aan onze heiligen godsdienst, zijne zelfopoffering voor het welzijn der gemeente, zijne voorbeeldige liefde voor zijne thans zoo bedrukte zuster, de sterke en terzelfder tijd de zoo groote minzaamheid van zijn karakter, de stille vroolijkheid van zijn gemoed, de vertrouwelijkheid van zijnen omgang, de wonderbare verduldigheid te midden van zijne kwijnende gezondheid, hoedanigheden waardoor hij ieders achting veroverde, ieders vriendschap verwierf, ieders vertrouwen verdiende. Zoovele tranen er op dit oogenblik blinken in het oog der omstaanders, zoovele stemme, die ons toeroepen: Hij beminde, hij werd bemind.
Wat wonder dan dat hij reeds een jaar nadien, in 1863, en door zijn schrander beleid, en door aller vertrouwen zich verdienstelijk toegeëigend, aangeduid werd tot de eereplaats van provinciaal lid, ambt dat hij nogmaals met iever en waardigheid bekleedde. Wat wonder, dat hij korten tijd daarop, in 1876, het uitstekend voorrecht mocht genieten van wege den Koning der Belgen, tot ridder der Leopolds-orde, verheven te worden. Ja, wat wonder dat op dit oogenblik, dit akelig graf omringd is van zulke groote en voortreffelijke menigte, van heinde en ver toegesneld, om den achtbaren overledene een laatste liefde en huldebewijs aan te bieden.
Gaat dat niet allen lof te boven?
Mijne Heeren, nog is het maar eenige uren, zoo te zeggen geleden, ik drukte zijne hand in mijne hand. Zij was koud... maar vurig klopte nog zijn hart van de edele gevoelens die het steeds bezielde. Ik vestigde mijne blikken op zijn aangezicht: Helaas! Wat was het veranderd! Maar veranderd was niet die stille en volkomene gelatenheid die hem kenmerkte, en die hem stervend nog deed herhalen: “Dat Gods wil geschiede”. Ik sprak tot hem, hij sprak tot mij: Verzwakt was zijne stem, ja; maar kracht had zij nog genoeg , om met den doodratel in de keel, te spreken met God, willende alzoo tot het einde toe getuigenis geven van het levendig geloof, dat in gansch zijn levenswijze doorstraalde .
Edele vriend, dat de grafmaker dan met eerbied uwe dierbare overblijfsels bedekke met den laatsten klot dezer gewijde aarde; boven dit graf zal weldra het teeken der eeuwige verrijzenis oprijzen, dat U steeds, gelijk gij waart, in ons geheugen zal doen voortleven, totdat wij U terugzien daarboven, waar God, uw leven van deugd en opoffering rijkelijk zal beloonen.
Vaarwel!
De burgemeester was overleden en een nieuwe burgemeester diende gevonden te worden. Iedereen duidde Jacques Byvoet aan als opvolger. De gehele gemeenteraad deelde het gevoel dat ook bij de bevolking leefde: Jacques Byvoet was de meest geschikte persoon om burgemeester van Hechtel te worden.
III. 14 april 1888
Op de gemeenteraadszitting van 14 april 1888 werd Jacques Byvoet eenparig door de gehele gemeenteraadsleden de plaats van burgemeester aangeboden.
De letterlijke woorden van Jacques Byvoet naar aanleiding van dit aanbod worden een volgende keer besproken.
"