Bijvoet & Byvoet Familie vzw (B&B Foundation)

Onze familie geschiedenis over de eeuwen heen

Artikelen over de familie

De oorlog en Jan G. Buijvoets


In het archief van Oss bevindt zich een artikel over oorlogsperikelen in Oss, geschreven door burgermeester Louis de Bourbon en opgedragen aan verzetsman Jan Buijvoets.


Jan G. Buijvoets, verzetsman, kampcommandant en politicus uit Oss

Door Agnes Lewe

JohannesGerardusBuijvoetsIn het Stadsarchief Oss bevindt zich een met typmachine geschreven tekst met correcties in inkt. Het stuk draagt de titel ‘Het Hooglied van de bevrijding’. Louis de Bourbon, {tip title="Burgermeester van Oss" content="burgemeester van Oss in de periode 1941- 1943, het jaar waarin hij ontslag nam uit onvrede met het Duitse bewind. De Bourbon keert na het verjagen van de Duitsers terug in Oss als burgemeester op 19 september 1944 en vervulde deze functie tot in 1946"}Burgermeester van Os{/tip}, is de schrijver en heeft dit verhaal opgedragen aan Jan Buijvoets. De Bourbon beschrijft daarin een actie van de K.P. (Knokploeg, verzetsgroep) in L.[ith] op zondag 17 september 1944. Een groep Duitse soldaten die de Maas over willen steken wordt gevangen genomen zonder dat er gewonden vallen. Eén Duitser weet te ontsnappen en komt terug met een groep SS'ers. Kort voordat de K.P. commandant ‘Karel’ op zijn schuilplek – de zolder van het doktershuis - wordt gevonden, komen Engelse luchtlandingsdivisies overgevlogen; Operatie Market Garden is begonnen. De groep SS'ers verlaat haastig het huis en het dorp. ‘Karel’ en zijn groep en het gastgezin zijn de dans ontsprongen.

In de toelichting op de omslag heeft een medewerker van het Jan Cunencentrum genoteerd:

Beschrijving c.q. memoires van de oorlogssituatie in de septemberdagen van 1944 in de gemeente Lith. Tot het moment dat de luchtlandingen plaatsvonden, de start van de operatie Market Garden. De in het verhaal genoemde Karel is de duiknaam van burgemeester Louis de Bourbon van Oss.

Hoe het typoscript in de collectie van het Jan Cunencentrum terecht is gekomen is niet bekend.

Als onderdeel van de collectie Frans van de Ven heeft het Stadsarchief een boekje verworven met de titel ‘Het lied van de bevrijding door Louis de Bourbon’.Het is uitgegeven door ‘Ons Leekenspel’ te Bussum (zonder jaar). De tekst komt (groten)deels overeen met het typoscript, maar er zijn ook duidelijke verschillen. Zo woont ‘Karel’ in het typoscript in bij de dokter van het dorp en in het boekje bij de notaris; in het script heeft de held een dochtertje, in het boekje niet.

En er is nog een derde versie in omloop over hetgeen zich aan de Maas in Lith heeft afgespeeld. In Het Parool van 11 september 1954 staat dat Louis de Bourbon met zijn groep de Duitsers bij de pont van Lith heeft geobserveerd en uiteindelijk zelf heeft geschoten en – zo blijkt achteraf - één soldaat heeft gedood. De rest van de Duitsers vluchtte de Maas over, hun kameraad achterlatend.

Wat op de archiefmap als toelichting staat is niet helemaal correct. Het zijn geen memoires in strenge zin, het is meer een literair stuk. Het zou wel een beschrijving kunnen zijn van iets dat werkelijk gebeurt is, al is de vraag hoe de toedacht precies was. Louis de Bourbon zegt in het Parool-artikel van zichzelf, dat ‘oorlog zijn handwerk niet was’. Dat hij die Duitser bij Lith heeft doodgeschoten doet hij bijna voorkomen als toeval. Dit komt overeen met wat hij ooit tegen Mia van den Bergh, een oud-verzetsstrijder uit Oss, gezegd zou hebben: ‘Ik ben geen soldaat, geen held en wil schilderen’.

De ‘Karel’ uit het verhaal zou heel goed Jan Buijvoets kunnen zijn, de man aan wie De Bourbon het script heeft opgedragen. Jan Buijvoets (Johannes Gerardus) werd geboren op 1918 te Oss als zoon van de huisschilder Marinus Franciscus Buijvoets en Anna Maria Wagemakers. Zij woonden in het grote huis met stenen palen en kettingen bij de Grote Kerk. Hij was de vijfde van zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. Vader Marinus Buijvoets was afkomstig uit Ootmarsum; hij was pas in 1908 in Oss komen wonen. Jan ging naar het gymnasium, vervulde vermoedelijk zijn dienstplicht en studeerde vlak voor- en in het begin van de oorlog Nederlands. Hij kon echter die studie niet afmaken en werd klerk 1e klas en later adjunct-commies bij de gemeente Oss. In ‘Het Lied van de Bevrijding’ wordt verteld dat ‘Karel’ op 10 mei 1940 had gevochten aan de Maas, de Raam en in de Peel. Ook dat hij de rang van luitenant had en de leiding van zijn compagnie had overgenomen toen de kapitein was gesneuveld.

In juli 1941 werd Buijvoets hoofd van de afdeling Bijzondere Overheids¬maatregelen bij de gemeente Oss. Deze afdeling fungeerde o.a. als Kabinet van de burgemeester en voerde de volgende taken uit: mobilisatie, luchtbescherming, Vrijwillige Burgerlijke Dienst en inkwartieringen; daarnaast declaraties en controle van kostwinnaarsvergoedingen. Later kwam daar nog bij de Winterhulp, de regeling van en controle op persoonsbewijzen en bijzondere maatregelen op administratiefrechtelijk gebied betreffende Joden. Een tijdelijke taak was de uitvoering van de Verordening Inlevering Metalen.

Jan Buijvoets zat dus, zeker nadat hij hoofd van deze afdeling werd, op een zeer belangrijke positie. De Bourbon en Buijvoets trokken veel met elkaar op. Volgens zijn getuigenis ging hij samen met de burgemeester ’s-nachts vermomd op pad om zoveel mogelijk gezinnen te waarschuwen in het kader van de ‘Arbeitseinsatz’ (verplichte tewerkstelling voor de Duitse bezetter). Hij [De Bourbon] gaf de jongemannen dan de goede raad onder te duiken. Meestal stak hij ze dan nog wat geld toe.

Mia van den Bergh noemt Buijvoets verschillende keren in haar memoires. Volgens haar vormden Buijvoets, Clemens Roeffen en zij het ‘driemanschap’. Zij zetten in mei 1943 een uitgekiend systeem op om Osse mannen uit de ‘Arbeitseinsatz’ te houden. Roeffen maakte gebruik van zijn positie bij het Arbeidsbureau, Buijvoets van de mogelijkheden die zijn werk op het gemeentehuis hem bood en Mia zorgde voor de stamkaarten op het distributiebureau.

In het voorjaar 1944 moest Buijvoets onderduiken omdat hij op de ‘Zuiveringslijst van Oss’ stond die de NSB-burgemeester Apeldoorn had aangelegd. Hij had deze positie gekregen na de onderduik van De Bourbon in 1943. Volgens Mia van den Bergh dook Buijvoets onder in Ravenstein. Volgens zijn zoon Jan Buijvoets (woonachtig te Oeken, een dorpje bij Brummen in Gelderland) ‘is [hij] bij verzetsactiviteiten opgepakt en met enkele anderen in Oss tegen de muur gezet om gefusilleerd te worden. Op het moment dat het commando vuur gegeven zou worden kwam een jeep van het verzet aanscheuren en hebben enkele verzetsstrijders gered, waaronder mijn pa. Hij heeft nooit veel over de oorlog verteld, maar er wel een soort trauma aan overgehouden. Zo kon hij niet hebben als hij van achteren benaderd werd. Dan ging hij helemaal uit z'n dak.’
Zijn zwijgzaamheid heeft hij ook tegenover anderen bewaard. Paul Spanjaard, destijds historisch medewerker van het Jan Cunencentrum heeft Jan Buijvoets in 1984 gesproken, met de vraag of hij mee wilde werken aan de expositie en publicatie over Oss en het Maasland in de oorlog. Dat heeft hij geweigerd. W. den Ridder, die twee boeken heeft geschreven over het verzetswerk van Louis de Bourbon, heeft in 1994 contact met hem gezocht, maar kwam eveneens weinig te weten:

Hij vertelde in een kort onderhoud op 16 februari 1994 ter voorbereiding van De Ridders boek ‘Collaboratie of verzet?’ over hun geheime waarschuwingstochten, de sabotage van arrestatiebevelen, de vervalsing van proces-verbalen en de bevrijding van Oss. Voor een nadere toelichting vroeg hij bedenktijd. Uiteindelijk ging hij niet op de uitnodiging in.

Jan Buijvoets is na de bevrijding van Oss terug gegaan en wellicht ook weer in dienst getreden als gemeenteambtenaar. Immers, burgemeester De Bourbon, waar hij mee samen had gewerkt was ook weer op zijn post. Uit het verslag van de Gemeenschap oud-illegale werkers (G.O.I.W.) kring Oss blijkt dat J.G. Buijvoets, commies-chef ter secretarie, Monsterstraat 9, op 16 februari 1945 is benoemd tot voorzitter van de kring. Hij was toen ook verbindingsman naar de Districts Militaire Commissaris Holtkamp van het Militair Gezag, Commissariaat OSS. Maar op 1 maart 1945 wordt de vergadering al voorgezeten door J. Cox en is Buijvoets er niet meer bij. In het verslag van 5 april 1945 van de Gemeenschap oud-illegale werkers Nederland (G.O.I.W.N.) district Oss wordt hij genoemd als voormalig secretaris van de adviescommissie politieke recherche bij Militair Gezag.

CommandantwoningBewerktZijn contacten met het Militair Gezag, zijn eigen ervaring als oud-militair en officier hebben vermoedelijk geleidt tot zijn volgende carrière-stap. Hij kreeg vanaf april 1945 de dagelijkse leiding over het zojuist ontzette concentratiekamp Westerbork.

woning fam. Buijvoets op kamp Westerbork =>

Op dat moment had hij de rang van 1e luitenant der Reserve. Onbekend is of hij ook heeft meegedaan aan de bevrijding van Westerbork. Zijn taak was het de ontmanteling van het kamp in goede banen te leiden. Er waren op dat tijdstip nog enkele honderden Nederlandse en Duitse joden in het kamp, maar er werden ook al NSB’ers opgesloten. Dat leidde tot veel spanningen en wandaden. Tijdens zijn commandoschap is hij bevorderd tot kapitein der Reserve.

philo27juli1944

Jan Buijvoets trouwde op 20 augustus 1945 met Philo van der Leeden (Josephina Maria Cornelia Philomeen), dochter van de rijks veearts Cornelis van der Leeden. Zij was 1918 geboren in Oss, maar verhuisde in 1934 met haar ouders naar Vught. Op de trouwfoto staat Jan in het uniform van een kapitein. Het gezin woonde in het huis van de kampcommandant. Zijn oudste zoon Rinus is daar geboren, getuige het volgende verhaal uit 2008:

Twee kinderen die in het kamp zijn geboren vertelden hun verhaal. Rinus Buijvoets was zoon van de kampbeheerder, Koos Snijder de zoon van een ongehuwde moeder die als NSB-er opgesloten zat. Buijvoets' vader vertelde alleen de positieve dingen die hij zich uit die tijd herinnerde, Snijders moeder alleen de negatieve.

In 1948 hield Westerbork op te bestaan als interneringskamp voor collaborateurs en werden er Nederlandse soldaten gelegerd.

Het gezin Buijvoets-van der Leeden verhuist naar Borne. Na Rinus komen nog drie kinderen. Jan wordt in 1946 de eerste directeur van de (katholieke) volkshogeschool en streekcentrum ‘Het Witte Huis’ in Borne en van 1949-1952 van de Katholieke Centrale voor Lectuurvoorziening Overijssel (KCVL-Overijssel). Dit werk sloot aan op zijn studie vooroorlogse studie Nederlands. Hij was vele jaren gemeenteraadslid voor de KVP en wethouder in Borne. Van 1969 tot 1983 was hij burgemeester van Ambt Delden. Daarnaast bekleedde hij veel bestuursfuncties, onder andere. bij de Culturele Raad, de Twente Academie (een instituut voor streekcultuur) waarvan hij de eerste voorzitter was. Hij overleed op 26 juli 2000 te Goor.

Was hij de verzetsleider die met zijn groep de Duitse soldaten oppakte? Of heeft hij een van hen doodgeschoten en de rest laten ontsnappen? Is hij op 17 september 1944 ‘gered’ door de overvliegende Engelse bommenwerpers of is hij aan de dood ontsnapt met behulp van zijn strijdmakkers? Die vragen zijn niet meer te beantwoorden.

Naschrift:
Door verschillende mensen werd ik erop gewezen, dat Louis de Bourbon in zijn stuk vermoedelijk geen waar gebeurd verhaal vertelt maar een verzonnen verhaal. Het is echter gebaseerd op gebeurtenissen tijdens de bevrijdingsdagen, waardoor de indruk ontstaat, dat het een verslag is. Naar aanleiding van de kritische opmerkingen ben ik op onderzoek uitgegaan in verschillende documenten die dezelfde periode bestrijken en tot de volgende conclusies gekomen:.
De Bourbon heeft in zijn verhaal een aantal gebeurtenissen in de tijd verplaatst. Zo vindt bij hem het treffen tussen K.P. en Duitsers bij de Maas plaats op 17 september terwijl alle andere bronnen de 18e noemen. In zijn verhaal geven alle 11 zich over, in werkelijkheid slechts 2. De verteller logeert bij De Bourbon in het huis van de doctor; in werkelijkheid was dat bij de notaris. In het verhaal komt een wagen met 30 SS’ers naar het doktershuis op zoek naar verzetsmensen, volgens de bronnen ging het om 2 motorrijders. De SS’ers verlaten het huis van de doctor - kort voordat de verteller wordt ontdekt - omdat de eerste Engelse vliegtuigen overvliegen. Deze dramatische wending is zeker verzonnen. De eerste vliegtuigen kwamen wel op zondag 17 september over, maar de inval in het notarishuis was pas op 19 september. De Duitsers vertrokken toen omdat de notaris hun tegenhield c.q. overtuigde dat er niets aan de hand was.
Het verhaal is door De Bourbon uitermate knap in elkaar gestoken. Daar komt bij dat personen worden beschreven die werkelijk hebben bestaan. Zo kunnen we “Peter”, de verzetsman uit N., die aan de commandant een mitrailleur levert, identificeren als Jan Verberne (“Jan van Nuland”). Jan Buijvoets is niet “Karel” maar heeft vermoedelijk model gestaan voor “Jan”, de rechterhand van de commandant. Maar als geheel blijft het een verzonnen verhaal, het is “literatuur” geschreven door Louis de Bourbon, de dichter. Daarvoor spreekt ook het feit dat zeker de helft van de tekst bestaat uit mijmeringen van “Karel”, niemand anders dan Louis de Bourbon zelf. Hij schrijft over zijn zielenroerselen en geeft rake beschrijvingen van zijn medestrijders, die er overigens niet altijd goed van afkomen; hij (“Karel”) daarentegen is de held van het verhaal. Al met al is het een boeiend document dat meer over de persoonlijkheid van De Bourbon zegt dan over de gebeurtenissen in de laatste dagen voor de bevrijding.


 

Geachte mijnheer Bijvoet,
van Osse Heemkundekring De Werkende Mens, tevens de redactie van Tussentijds, kreeg ik uw verzoek doorgestuurd om een tekstbestand van het artikel over Jan Buijvoets. Daar voldoe ik als auteur graag aan. In de najaarsversie van jaargang 20 is een aanvulling op het artikel verschenen. Die aanvulling betreft niet zo zeer uw familielid als de rol van burgemeester De Bourbon.

Ik heb de gewoonte om artikelen aan te vullen, als ik nieuwe gegevens tegen kom. De tekst die ik u nu stuur is dan ook zo een bijgewerkte versie met een aantal gegevens over de rol van Jan Buijvoets rol in de Gemeenschap van oud-illegal werkers, die in de oorspronkelijke versie niet stonden. Ook heb ik een korte samenvatting van de aanvulling toegevoegd.
Wat mij betreft kunt u deze versie op uw website publiceren mits u vermeldt, dat een eerdere versie heeft gestaan in Tussentijds.
Met vriendelijke groeten

Agnes Lewe


Archivaris Stadsarchief Oss
www.stadsarchiefoss.nl
U vindt ons in de bibliotheek.

 

Kamp Westerbork

Over het kamp Westerbork is veel geschreven. Onder andere in het boek 'De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945', geschreven door Dr. J. Presser. Het boek kan gelezen en gedownload worden van het Internet https://www.dbnl.org 

Op 12 april 1945 werd Westerbork door de Canadezen bevrijd. Omdat er toen nog 876 kampbewoners waren werden direct orders uitgevaardigd om de orde in het kamp te kunnen handhaven. Ondermeer het bevel dat niemand het kamp mocht verlaten. In het boek staat hierover het volgende.

Op 16 april nam majoor Jamieson het kamp over in tegenwoordigheid van luitenant Buijvoets. Deze Nederlandse militair rapporteerde dat er in twee dagen al 23 personen waren weggelopen en dat vooral de in de noordelijke provincies wonende Joden weg wilden. ‘Aangezien dit niet kan worden toegestaan, zakt de stemming en ook de werklust.’ Het onderwijs werd echter hervat. Men schonk Van As de nieuwe titel van kampintendant. Een kampkrant, waarvoor Jamieson censuur nodig achtte, verscheen.

In het voorafgaande staat wel het een en ander, dat een nadere beschouwing verdient. Voorop ga de teleurstelling: men was bevrijd, maar niet vrij, na zoveel weken, maanden, jaren nog steeds en nu weer achter prikkeldraad, prikkelend prikkeldraad. Men wou zo graag weg; luitenant Buijvoets rapporteert op 17 april: ‘Ongeveer 100 Joden te woord gestaan!’; men kan zich voorstellen, dat zij allen wel ongeveer hetzelfde wilden of niet wilden. En er liepen nog steeds weg; op 18 april werden 13 vermisten gemeld; op 26 april bleken nog 742 personen aanwezig.

"
"


» Allemaal zien         » Dia voorstelling