Na het overlijden van Annie Buijvoets-Steinmeijer werd door Josée Temmink- de Leeuw een In Memoriam geschreven in het blad 'In en om Ootmarsum' over haar leven als 17 jarige verzetsheld in de tweede wereldoorlog. Ze was betrokken bij de hulp aan gevluchte krijgsgevangenen en vliegtuigbemanningen. In Ootmarsum redde ze krijgsgevangenen uit de cel van de marechauseekazerne. Ze bracht mannen tientallen malen naar een klooster en heeft ze ooit tot in Frankrijk begeleid.
Zie: Johanna Wilhelmina Steinmeijer
Onder Lees meer desbetreffend artikel.
Lieve Annie,
10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Je was nog geen 17!
Het gezin van huisarts Wortelboer en ook jouw gezin, Annie, was al snel betrokken bij de hulp aan gevluchte krijgsgevangenen en vliegtuigbemanningen. Gedurende de oorlogsjaren kwamen er tientallen de grens over en het werden er steeds meer. Ze bracht jongens en mannen naar onderduikadressen en later maakte zij
Je broer Gerard kwam ze zwervend in de buurt van Kamp Bathorn tegen, als hij vanuit zijn werk in Braunsweig naar huis kwam. Hij ontfermde zich over hen en bij jullie thuis waren ze altijd welkom. Ze wilden even uitrusten na de ontberingen in de kampen, hadden honger en moesten zo veel mogelijk gekleed worden als gewone Nederlanders. Er waren veel monden te voeden in een tijd dat alles schaars was en veelal op de bon. Kleding en schoenen regelen, kleding naaien en vermaken, wassen, uniformen verven. Je hielp waar je kon en dat gold ook voor de rest van het gezin.
Altijd was er risico dat de vijand erachter kwam. Zwijgen was goud en hoe minder er bekend werd, hoe veiliger het was.
In het boek van de BMS las ik het volgende:
Op zekere dag hoorde dokter Wortelboer dat in de marechausseekazerne drie Franse krijgsgevangenen werden vastgehouden. Ze moesten worden bevrijd. Opeens schoot hem het zelfverzekerde optreden van dat jonge meisje Annie Steinmeijer te binnen.
"Kun jij ervoor zorgen dat die Fransen uit de kazerne komen?'vroeg hij zonder omwegen."Ik kende de situatie in de marechausseekazerne. Wij hadden bij ons thuis een paar marechaussees in kost en ik was wel eens in het gebouw geweest. Daarom wist ik hoe ik ongezien binnen kon komen. Bovendien wist ik waar de sleutel van de celdeuren hing. Nadat de marechaussees naar boven waren gegaan en de opper naar huis was, ben ik via de paardenstal aan de achterzijde binnen gekomen. De sleutel van het haakje halen en de celdeuren openen, ging daarna gemakkelijk. Ik heb de deuren daarna weer gesloten, de sleutel opgehangen en de Fransen naar dokter Wortelboer geracht. Dat alles zonder een woord te zeggen. Dat vond ik niet zo moeilijk, want ik sprak geen woord Frans."
Een poosje geleden ontmoette ik je en je zei me dat helpen vanzelfsprekend was. Je dacht er niet bij na. Het moest gewoon gebeuren. Je ouders waren het goede voorbeeld. Dokter Wortelboer had het volste vertrouwen in je. Hij regelde onderduikadressen en jij bracht de jongens en mannen ernaartoe, Fransen, Belgen en geallieerden. De volgende fase was de reis naar Boxtel, 180 km naar het zuiden, met fiets óf bus en trein. De vluchtelingen werden de ene keer begeleid door mevrouw Wortelboer, soms dochter Marietje, maar jij werd steeds vaker ingezet. Je jongere broers en zusjes vroegen zich wel eens af hoe het kwam dat je steeds weer een andere vrijer had, waarmee je op reis ging. Jouw rode baret was het herkenningsteken voor diegenen die je begeleidde. Ook in Boxtel, voor de verzetsmensen, die voor de opvang zorgden, was jouw verschijning met de rode baret een veilig teken. Goed volk!
Je bracht de mannen naar het klooster of naar “Coin de Soleil” het huis van de familie van der Eerden, waarvan de vrouw Française was. De voertaal was daar Frans en dat sprak niet, maar voor jou was dat geen enkel probleem. Je vertelde me dat je ooit tot in Frankrijk mee bent gegaan. Jouw vastberadenheid gaf de vluchtelingen een veilig gevoel.
Op mijn vraag of je ooit bang bent geweest zei je: Nooit! Toen ik vroeg hoe vaak je de tocht had gemaakt en suggereerde tien keer, twintig keer, zei je: Veel vaker! En het ging altijd goed! Dat kwam door je houding. Je hebt zelfs een keer een Duitser een klap in het gezicht gegeven, toen hij je lastig viel. Wat een moed!
10 februari 1944 werd de vluchtlijn van Ootmarsum naar Boxtel opgerold. Dokter Wortelboer en zijn zonen Rudolph en Ben werden door de Duitsers opgepakt. Diezelfde dag werden in Boxtel in het klooster pater Swuitberus en de pastoor gearresteerd. De vijf kwamen in de gevangenis van Scheveningen en in Kamp Vught terecht. Omdat jij en ook het echtpaar van der Eerden in Boxtel aan de dans ontsnapt waren, kon je zonder hulp van Dokter Wortelboer doorgaan met je verzetswerk. Wat een onvoorstelbare moed!
5 Mei 1945 was je 21 en was de oorlog voorbij.
Wat zullen die jaren, op weg naar volwassenheid, diepe sporen hebben achtergelaten. Wat heeft het in latere leven voor je betekend? Je inzet was nog niet voorbij. Van de 8.500.000 z.g. displaced persons, die er aan het eind van de oorlog in Duitsland waren, kwamen Nederlanders, getekend door de ontberingen, vaak hier de grens over. Nu wist de burgemeester je te vinden. Vanwege je doortastendheid en organisatietalent vroeg hij je om de opvang van deze repatrianten te organiseren.
Eerst in de jongensschool en nadien in de huidige Wyllandrie zorgde je voor hen, met een team van vrijwilligers om je heen. Je gaf alle vluchtelingen een warm welkom. Opnieuw regelde je, nu voor hen, een moment van rust, bad en brood, schone kleren en geld om naar huis te geraken.
In 1950 werd je in Apeldoorn onderscheiden in naam van Generaal de Gaulle voor je hulp aan Franse krijgsgevangenen. Die eer kreeg je samen met dokter Wortelboer en zijn zoons. Voor Rudolf was het een postume onderscheiding. Hij stierf na een jaar gevangenschap in januari 1945 in Neuengamme.
Wat een risico heb ook jij gelopen! Je vertelde dat je van geen enkele vluchteling ooit nog iets gehoord hebt, hoewel ze beloofd hadden na de oorlog contact op te nemen. Jouw leven ging door en ook het hunne. Ze zullen jou echter eeuwig dankbaar én nooit vergeten zijn:Huisarts Wortelboer, omdat hij altijd een beroep op je kon doen, hoe gevaarlijk de missie ook was. De drie Fransen, die je met een list bevrijdde uit de cel van de Marechausseekazerne in Ootmarsum. De tientallen Fransen, Belgen en geallieerden, die je naar een veilige onderduik én naar Boxtel bracht.
Al diegenen, die na de oorlog vanuit de Arbeitseinsatz of de Duitse Kampen in Ootmarsum op adem mochten komen, voordat ze eindelijk naar huis konden.
Zij zullen ongetwijfeld nadien allemaal vaak het verhaal verteld hebben over: The girl with the red beret, La fille au beret rouge. Het meisje met de rode baret.
Annie, je bent een verzetsheldin.
Rust zacht.
Door Josée Temmink- de Leeuw
15-10-2019
Voor het originele artikel:
https://www.inenomootmarsum.nl/in-memoriam-annie-buijvoets-steinmeijer/