Bijvoet & Byvoet Familie vzw (B&B Foundation)

Onze familie geschiedenis over de eeuwen heen

Artikelen over de familie

Onze familie in kolonie Veenhuizen en Frederiksoord


In 1896 werd Nicolaas Bijvoet door de Arrondissementsrechtbank te Den Haag wegens landloperij voor 6 maanden gestuurd naar de strafkolonie Veenhuizen. Maar er is meer!


PortretNicolaasIn de 19e eeuw was het gebruikelijk om landlopers van de straat te halen en voor korte of langere tijd naar een strafkolonie te sturen. In 1896 werd Nicolaas Bijvoet, door de Arrondissementsrechtbank te Den Haag wegens landloperij veroordeeld tot 6 maanden in de strafkolonie Veenhuizen.

Nicolaas is in 1844 geboren in Haarlem en had als beroep zadelmaker en sigarenmaker. Zijn voorouders woonden sinds 1700 in Haarlem. Hij was getrouwd met Johanna Willebrord (Wilbrand) en hij had een dochter Ana die in 1943 in de Haarlemmermeer is overleden.

Toch willen wij Nicolaas niet betitelen als het zwarte schaap van de familie, maar veel meer als het arme schaap van de familie. Alhoewel dit alles triest is voor Nicolaas en zijn gezin zijn wij als familieleden blij met de gegevens. We weten weer meer over het wel en wee van onze familie in vroeger eeuwen.

Maar laten we bij het begin beginnen


 

Waarom de koloniën gesticht werden

Nederland was in het begin van de negentiende eeuw, na de Franse overheersing, sterk verarmd. Veel gezinnen leefden in de steden en op het platteland in kommervolle situaties. Het is de verdienste van generaal Johannes van den Bosch geweest, dat hij dit probleem onderkende en dat hij ook daadwerkelijk stappen ondernam om te trachten armoede uit te bannen. Uiteindelijk leed zijn project schipbreuk, omdat hij vanwege de tegenvallende opbrengsten steeds weer geld moest lenen om de kolonies in stand te kunnen houden.

In 1818 werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht door generaal Johannes van den Bosch die de armoedige gezinnen na de Franse overheersing wilde helpen. Van den Bosch kocht in Drenthe woeste grond aan zodat de armen deze konden ontginnen.

Verzoekschrift aan Koning Willem I tot oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid

Johannes van den Bosch.jpeg


Sire! 

Een aanzienlijk getal onderdanen van Uwe Majesteit hebben zich vereenigd om een Maatschappij van Weldadigheid opterichten onder de bescherming van zijne Koningklijke Hoogheid Prins Frederik, met oogmerk om aan de talrijke klassen van behoeftige ingezetenen arbeid te verschaffen en zulks in de Eerste plaats door middelen van Fabriekmatige inrichtingen ter vervaardiging van zoodanige goederen, die geheel of grotendeels van Buitenlands worden ingevoerd, het debiet daarvan te verzekeren door eene Vrijwillige overeenkomst der Leden van de Maatschappij, om Jaarlijks eene zekere hoeveelheid stoffen op deze wijze vervaardigd tegen gezette prijzen te ontvangen, ten Tweede door het ontginnen en Vruchtbaar maken van nog ongecultiveerde gronden in ons Vaderland, en daarop bij wijze van Colonisatie over te brengen zoodanige Armen die voor dezen arbeid geschikt geoordeeld worden.


Korte samenvatting over de koloniën zoals gepubliceerd op wikipedia.

De proefkolonie

Johannes van den Bosch ging voortvarend aan de slag. In 1818 legde Johannes vande Bosch de eerste steen voor de eerste kolonistenwoning. Nog in hetzelfde jaar arriveerden de eerste gezinnen in de kolonie, die vooralsnog als ‘proefkolonie’ zal fungeren. In het totaal zijn 52 gezinnen uit alle delen van het land ‘uitverkoren’ om mee te doen aan het experiment van Johannes van den Bosch. Na vierenhalf jaar woonden er nog 42 gezinnen onder de hoede van de Maatschappij van Weldadigheid. Een groot deel van hen is er tot hun dood blijven wonen.

Hun lotgevallen zijn uitvoerig beschreven door Wil Schackmann in ‘De Proefkolonie’.

Kolonistenwoning Willemsoor

De vrije kolonies

De maatschappij bouwde vervolgens definitieve kolonies, bestaande uit kleine koloniehuisjes met een beetje grond. Die huisjes stonden op regelmatige afstand van elkaar langs kaarsrechte wegen. De kolonies werden later omgevormd tot dorpen zoals Frederiksoord, Wilhelminaoord, Boschoord en Willemsoord. Hier werden in de periode 1818-1911 zo'n 1400 gezinnen opgevangen. Om de bevolking op te voeden en te vrijwaren van kwalijke invloeden, stichtte de Maatschappij haar eigen scholen en voerde ze 'koloniegeld' in.
In deze kolonie is 6 jaar verbleven Klaas Bijvoet uit De Rijp

De strafkolonies

In Veenhuizen en Ommerschans werden (onvrije) strafkolonies opgericht. Hier werden landlopers en bedelaars opgesloten en aan het werk gezet. Maar ook kolonisten konden hier terechtkomen, bijvoorbeeld als straf voor drankmisbruik, ontucht, verkwisting, brutaliteit of desertie. In 1822 werd Veenhuizen gebouwd, bestaande uit drie gebouwen (op dat moment de grootste gebouwen in Nederland). Een gebouw voor 1500 bedelaars en twee gebouwen voor in totaal 3000 wezen en vondelingen.
In deze kolonie verbleef Klaas Bijvoet uit Haarlem wegens landloperij.

Voorgevel 1e gesticht

Het boek 'Het pauperparadijs'van Suzanna Jansen geeft een goed beeld van de levensomstandigheden zowel buiten als binnen deze strafkolonie in die tijd. In 1859 werden de kolonies overgenomen door de Nederlandse staat. Veenhuizen is tegenwoordig een gewone gevangenis. Strafkolonies werden in de 19e eeuw gesticht in afgelegen gebieden. Zo ook de strafkolonie in Veenhuizen. Zelfs tegenwoordig waan je je in Veenhuizen aan het eind van de wereld.

Op de website van het Drents archief staat ook een toelichting over de koloniën. Klik hier



Het huisgezin van Cornelis Bijvoet (1790 - 1838)

Medio 2020 verscheen de website www.allekolonisten.nl. Een groot deel van de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid is daarbij online gezet, waaronder vele brieven. Over onze familie vonden we de volgende correspondentie.

Bijvoet WijnstokCornelis Bijvoet werd geboren in Alkmaar, was mandenmaker van beroep en getrouwd met Trijntje Wijnstok. Op het moment dat dit verhaal speelt (1820) hadden zij drie kinderen; Aris (5 jaar), Christiaan (3 jaar) en Detje (2 jaar).

Zij waren blijkbaar armlastig, want de gemeente De Rijp had het gezin op een lijst gezet om naar de kolonie Frederiksoord te zenden. Het had ook altijd heel wat voeten in de aarde om huisgezinnen te vinden die bereid waren om te gaan.

Brief van 3-3-1820
De Regenten van het aalmoezeniershuis van Alkmaar laten weten vele moeilijkheden te ondervinden om volgens contract huisgezinnen te vinden welke bereidwillig zijn om naar de colonie (Frederiksoord) te vertrekken.
Bij deze brief is gevoegd een opgave door regenten van het aalmoezeniershuis te Alkmaar. Zij schrijven:

Weledele Heer,
Heden in staat zijnde om Uweledele volledige opgave te kunnen doen over de op te zenden huisgezinnen en kinderen naar de landbouwende kolonie Frederiksoord”. ...., alsmede het huisgezin van Cornelis Bijvoet, zijn vrouw Trijntje Wijnstok, en hun kinderen Aris 5 jaar, Christiaan 3 jaar, en Betje 2 jaar.......

Brief van 14-5-1820
Brief van de subcommissie der maatschappij van Weldadigheid te Alkmaar aan de Permanente commissie der Maatschappij van Weldadigheid te ’s Gravenhage.


Ingevolge het van UwEd bij missive van den 8e dezer bekomen berigt de tegen kontract te vestigen kinderen en huisgezinnen worden gedepecteerd, haasten wij ons UwEd te informeere, dat Heeren Regenten van het Aalmoezeniershuis alhier, reeds al zoo lang verlangd hebbende de Expeditie te kunnen effectueeren, zich heden morgen bij ons hebben vervoegd, en ons zeer instantelijk verzagt, de afzending op morgen naar Amsterdam te mogen doen, om dan Dinsdagavond van daar naar Steenwijk te kunnen vertrekken.

Vervolgens verontschuldigt de subcommissie zich voor de vertraging, maar hopen met de navolgende lijst van personen en huisgezinnen dat hiermee voldaan is aan Art. 2 van het aangegane kontract.
Na de lijst volgt nog een probleempje, namelijk:


Het huisgezin van Cornelis Bijvoet, dat men voornemens was mede te dejecteeren (?), heeft geen voortgang kunnen hebben, doordat gezegde Cornelis Bijvoet conditioneel wilde vertrekken, waaraan niet konde voldaan worden, en wanneer hij daar van niet terug komt, zal men spoedig een ander huisgezin inplaats van denzelve kunnen vinden, hetwelk wij als dan nader den Eer zullen hebben aan UwEd op te geven.

Brief van 6-6-1820

Wij hadden de eer Uedele bij onze missive van de 14e Meij jl op te geven de reden van het niet vertrekken van het huisgezin van Cornelis Bijvoet en daar hij niet van het condidionele wilde afzien hebben heren regenten van het aalmoezeniershuis alhier dadelijk werkzaam geweest om in deszelfs plaats een ander geschikt huisgezin op te spooren waar in deselve dan ook volkomen zijn gerealiseerd (?).

Verklaring van zoon Klaas 22 jaar later (1842)

In 1820 was besloten dat het gezin van Cornelis en Trijntje niet naar Frederiksoord zouden gaan. Opvallend is dat 12 jaar later in 1842 zoon Klaas van Cornelis (vermoedelijk via de diaconie te Alkmaar) een verklaring heeft afgelegd aan de adjunct directeur van de Maatschappij van Weldadigheid. Zijn ouders waren toen al overleden! Zie hierna.

Conclusie:
Het gezin van Cornelis Bijvoet en Trijntje Wijnstok en hun drie kinderen zijn nooit uitgezonden geweest naar Frederiksoord. Zie echter hierna.


Nicolaas Cornelisz (Klaas) Bijvoet uit De Rijp (1823 - 1903)

Voor zijn webbladzijde in de stamboom klik hier

Klaas behoort tot het hiervoor genoemde gezin van Bijvoet - Wijnstok. Het gezin dat er in 1820 "onderuit" was gekomen om gezonden te worden naar Frederiksoord. Tot onze verbazing werd de zoon Klaas 11 jaar later als 18 jarige toch uitgezonden naar Frederiksoord, terwijl zijn ouders en broer Christiaan ondertussen overleden waren.

De bevolkingsregisters van de Maatschappij van Weldadigheid vermelden dat Nicolaas (Klaas) Bijvoet, geboren op 05-09-1823, hervormd en afkomstig uit De Rijp op 30-12-1841 is ingeschreven in de vrije kolonie Frederiksoord als ingedeelde.

In 1842 noteerde de adjunct-directeur van de Maatschappij van Weldadigheid de volgende verklaring van de Diaconie van De Rijp over Klaas Bijvoet.

Klaas Bijvoet, geboren 5 sep 1823, is de jongste van de 3 broeders, waarvan de oudste Aris, wegens ligchaamsgebreken van den dienst is vrijgesteld, en de middelste Christiaan genaamd, is voor zijn eigen nommer in dienst geweest bij de 2e afdeeling Infanterie als loteling van de ligting van 1836, zijnde deze, na verloop van 2 jaren dienst bij genoemd corps overleden. Op deze broeder maakt hij aanspraak op vrijstelling. Ook heeft hij nog twee zusters Detje en Trijntje, oud 22 en 12 jaren, de oudste dienstbaar te Hoorn en de jongste woonachtig bij zijnen broeder Aris te Rijp, die aldaar het beroep van mandemaker uitoefent. Zijne ouders waren Cornelis Bijvoet en Trijntje Wijnstok, de moeder in 1834 te Alkmaar en de vader in 1838 aan de Rijp overleden. Meergenoemde broeder Aris zal welligt meerdere inlichtingen kunnen geven. Bewijzen hoegenaamd heeft K. Bijvoet niet.
Welgelegen 14 Januarij 1842
De Adjunct-directeur [handtekening]

Bij de verklaring staat nog vermeld "het godshuis of armbestuur voor welks rekening de bestedeling in de Kolonien gerechtigd is", voor Klaas was dat de Diaconie van De Rijp. De verklaring is geschreven en ondertekend in het huis Welgelegen dat gelegen was aan de straatweg van Frederiksoord-Noordwolde te Wilhelminaoord. Dit huis was eigendom van de Maatschappij van Weldadigheid en tot 1872 woonhuis van de adjunct-directeur.

Aanvullend is in de archieven terug te vinden dat de burgermeester van De Rijp om aan zijn contract over het quotum met de Maatschappij van Weldadigheid te voldoen Klaas had gezonden als vervanger van iemand anders. Ook is bekend bij welke kolonisten en in welke hoeven Klaas werd ondergebracht. Enigszins cryptisch wordt in de archieven hierover het volgende vermeld: 

Klaas Bijvoet; geboren op 05-09-1823; ingeschreven als ingedeelde te Frederiksoord.
Ingeschreven op: blz/hoeve 14 (inv.nr. 1350); blz/hoeve 19 (inv.nr. 1350); blz/hoeve 20 (inv.nr. 1350); blz/hoeve 22 (inv.nr. 1350); blz/hoeve 28 (inv.nr. 1350); blz/hoeve 32 (inv.nr. 1350); blz/hoeve 76 (inv.nr. 1350).
Bijzonderheden:
Aankomst in kolonie I: Frederiksoord.
Plaatsing : Contract met Burg. v.De Rijp; vervanging.Ingedeeld van 30-12-1841--05-01-1843 bij kolonist A.Klaver I ( 1e keer)van 05-01-1843 bij kolonist C.v.d.Bosch I; Van 04-05-1843--22-02-1844 bij kolonist M Leijten I; Kolonist A.Klaver I ( 2 keer ) ;kolonist S.J.v.Lubeck I; kolonist C.v.Ham (1e keer ); kolonist G.S.Brandsma I;Kolonist C.v.Ham I ((2e keer ); kolonist /wijkmeester W.Taatgen I.Op 11-09-1847 ontslagen uit kolonie I ( wijkmeester Taatgen.

Voordat Klaas in 1847 op verlof zou gaan naar Alkmaar werd door een zekere heer Hulst in een aantekening nr. 2197 d.d. 31 juli 1847 een probleem genoteerd. Hij vernam van Klaas dat hij niet geleerd had te maaien met de zeis, terwijl hij toch met zijn 23 jaren groot en sterk was en al meer dan 6 jaren in de kolonien verbleef. De reden bleek problemen met het budget voor de aanschaf van materiaal.
Klik hier voor desbetreffende aantekening

Het verlof werd blijkbaar een vertrek, want na 6 jaar  erblijf in Frederiksoord en verliet hij het oord op 11-09-1847.
In onze stamboom is opgenomen dat hij vier jaar later in 1851 trouwde met Hilletje de Greef die echter een paar jaar later overleed. Vervolgens trouwde Klaas in 1853 met Antje Schagen met wie hij 8 kinderen kreeg.



Arie Bijvoet te Akersloot

Op www.allekolonisten.nl wordt twee maal een zekere Arie Bijvoet genoemd. Bij opvraag van de desbetreffende scans blijkt ook deze Arie Bijvoet nooit in Frederiksoord te zijn geweest, maar wel een zekere Pieter Spies.

Rond 1800 waren personen nog niet ingeschreven bij de Burgerlijke Stand. De maatschappij van Weldadigheid had dus altijd veel moeite om de handel en wandel van potentiële kandidaten te achterhalen om als kolonist in Frederiksoord te worden opgenomen. Interessant is te lezen wat de maatschappij over Pieter Spies te weten is gekomen in 1829.
En passant blijkt dat deze Pieter Spies inwonend is geweest bij Arie Bijvoet te Akersloot.

Waarschijnlijk betreft het hier onze Adriaan Klaas Bijvoet, geboren 25-9-1767 in Obdam en overleden 16-1-1841 te Akersloot.

Uittreksel uit de missive van 28 september 1829 (scan 48)

..... Pieter Spies zegt, den 27 October 1773 te Egelt bij Tiel te zijn geboren, is gereformeerd. Zijne ouders noemde zich Teunis Johannes Spies en Petronella van Eck. Tot aan zijn elfde jaar reisde hij met zijne moeder, met negotie en garen en band, verhuurde zich als toen, voor knecht bij ? Beger te Ijzendoorn bij Egelt, na dien tijd heeft hij nimmer vast verblijf gehad, en slegts met boerenpolder werk zijn onderhoud gezogt. Echter heeft hij van 1801 tot 1827 bij Alkmaar in de gemeente Akersloot baggerwerk verrigt en was aldaar te huis bij Arie Bijvoet, en bekend bij Jan en Pieter Huiberts, als ook bij Jan Prinsen landbouwer aldaar......

En dat een verklaring niet altijd klopt, blijkt uit een vervolg 'missive' van 13 november 1829 (scan 473, 474).

...... Uit het afschrift eens briefs van den Heere Gouverneur van Noordholland hiernevens gevoegd, U WelEdelen ontwaren dat het gemeentebestuur van Akersloot beweert dat P. Spies slechts tien weken aldaar bij Arie Bijvoet gehuisvest zoude zijn geweest en dat hij nimmer twee jaren achtereenvolgens te dier plaatse verbleven zoude zijn. Ik heb de eer UWeledelen te verzoeken den Bedelaars Colonist P. Spies als nu te doen opgeven bij wien hij successievelijk is gehuisvest geweest in de gemeente Akersloot, gedurende het tijdsverloop van 27 jaren dat hij naar zijne verklaring aldaar zoude hebben doorgebragt.
w.g.: de administrateur voor de Gevangenissen en het Armwezen.

 



Nicolaas (Klaas) Bijvoet uit Haarlem (1844 - 1916)

Nicolaas Bijvoet, geboren 1844 in Haarlem is al uitgebreid letterlijk geprotterteerd aan het begin van dit artikel. Hij werd in 1896 gedwongen opgenomen voor een half jaar in Veenhuizen. 

Klaas is de eer te beurt gevallen om als een van de eersten binnen onze familie op de fotografische plaat te worden vastgelegd. Vanwege de lange sluitertijd werd het hoofd stilgehouden met een speciale steun.

SignalementNicolaas3

 

Van 1896 tot 1901 werd in Veenhuizen de signalementskaart ingevoerd. Dit naar aanleiding van het frenologische systeem van de Fransman Alphonse Bertillon (1853-1917). Hij was van mening dat op basis van nauwkeurige lichaamsmetingen de identiteit van het individu vastgelegd konden worden. Voor deze tegenwoordig ontkrachte principes bouwde Bertillon een gecompliceerde identificatie methode, waarin lichaamsmetingen centraal stonden.

Dank zij de hierop genoteerde gegevens konden wij nagaan waar Nicolaas paste in de stamboom.

SignalementNicolaas1


Op het 2e blad van de signalementkaart staan als bijzonderheden een aantal moedervlekken en wratjes in detail beschreven. Mooi is de aantekening dat op de onderarm zich een "lidteken" bevindt van een messteek.

SignalementNicolaas2

 



Wil Schackmann schreef op basis van onderzoek in de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid de volgende boeken:

  • De proefkolonie - over de eerste kolonie Frederiksoord
  • De bedelaarskolonie - over het gesticht voor bedelaars op de Ommerschans
  • De kinderkolonie - over de opvang van wezen in Veenhuizen
  • De strafkolonie - over het verzedelijken en beschaven

Alle informatie en verhalen heeft hij nu on-line gezet. Zie:

www.schackmann.nl/proefkolonie  

In dit boek wordt op bladzijde 356 ook verhaald over de voettocht door Nederland door de twee Leidse studenten Dirk van Hoogendorp en Jacob van Lennep. In 1823 doen zij ook Frederiksoord aan. Van Lennep vindt het maar niks dat in de kolonie ook aardrijkskunde en vaderlandse geschiedenis wordt onderwezen. "En welk nut doen zij aan menschen bestemd om achter de ploeg te loopen of de spade in de hand te nemen? Maken zij hun niet ontevrede met hun lot?". En ook Dirk van Hoogendorp is critisch. Weliswaar heeft hij bewondering voor het project en de manier waarop het georganiseerd is. En ook zijn ze die dag louter tevreden kolonisten tegengekomen. Maar toch. "Wij wisten dat Le Maistre gezegd heeft, dat alle menschelijke instellingen  die niet op Godsdienst gegrond zijn vergaan moeten, en wij geven hem dit zeker toe, zoodat ik nu zoo verre de ondergang der maatschappij van Weldadigheid tegemoet zie".
Als zij hun voetreis vervolgen, komen wij de de Leidse studenten ook weer tegen in ons artikel De historie van Ootmarsum

De Vondeling in de kinderkolonie veenhuizen


De koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid staan ook nu nog volop in de belangstelling. Dit jaar (2024 is een roman verschenen van Patricia Snel getiteld "De vondeling". Hiervoor heeft zij een half jaar lang onderzoek verricht in de voormalige kinderkolonie Veenhuizen.

De vondeling.jpg



» Allemaal zien         » Dia voorstelling