Bijvoet & Byvoet Familie vzw (B&B Foundation)

Onze familie geschiedenis over de eeuwen heen

Artikelen over de familie

Het oude Klokhuis te Overveen


Gedicht van Anthonie N. Bijvoet (1801-1878) over het verdwijnen van het oude, vertrouwde Klokhuis te Overveen in 1845.


 

Dat Anthonie N. Bijvoet naast welgeslaagde bloembollenkweker en –exporteur ook talent had om te dichten, is bijzonder. Een leuk gedicht van hem is bewaard gebleven over het verdwijnen van het oude, vertrouwde 17de eeuwse Klokhuis.

 

klokhuis

Het Klokhuis te Overveen circa 1760 door Jan de Beyer (AVK-Haarlem).

 

Dit opmerkelijk bouwsel, midden in het dorp Overveen tussen kroegen en kerkhof werd gebouwd in 1646 en stond op het markante punt van de driesprong Zijlweg-Korte Zijlweg-Bloemendaalseweg, waar nu (2009) hotel-restaurant Roozendaal is gevestigd. Dit houten klokhuis met stenen onderbouw was voorzien van haan, klok en wijzerplaat. De klok werd geluid bij brand en bij begrafenissen op het naastgelegen kerkhof (nu parkeerterrein van Roozendaal). De klok is gegoten in 1647 door de Amsterdamse klokkengieter Coster.

 

Interessant in dit verband is ook het artikel: De klokken van Jarosvavl

 

Tot groot verdiet van Anthonie Bijvoet werd het klokhuis in 1845 gesloopt om plaats te maken voor het eerste, nieuw te bouwen gemeentehuis of raadhuisje van de gemeente Bloemendaal. Reden voor hem om het volgende gedicht te schrijven.

 

Anthonie was in 1845 raadslid van de Gemeente Bloemendaal. In 1848 kocht hij de hofstede Schoonoord in Overveen en ging daar wonen. Hij was het kennelijk niet eens met de gang van zaken dat dit bouwsel na zo'n 200 jaar moest verdwijnen. Hij stortte dan ook zijn hart uit in het volgende gedicht:

 

 

Nog staat hij daar in al zijn kracht

Onze oude goeden Vriend

De groote reus die dag en nagt

Zoo trouw ons heeft gedient

Nog staat hij daar zoo hegt van bouw

Zoo stevig en zo vast

Alsof hij d’eeuwen tarten zou

Die ouden planke kast

Maar ach! In ’t achtbaar dorpsbestuur

Besloot men tot zijn val

En spoedig slaat het droevig uur

Dat men hem slopen zal

Dan legt hij klok en klepel af

Dan valt zijn haan ter neer

Dan daalt zijn houten romp en ’t graf

En ’t Klokhuis is niet meer

Ach waarom toch in onze dagen

Zoo roekeloos de hand geslagen

Aan ’t geen in d’oude goede tijd

Der vaderen zorg ons heeft bereid

Is hij niet hoog genoeg die tooren?

Laat zich zijn klok niet duid’lijk hooren?

En wijst zijn rijk vergulde haan

Ons niet de juiste winstreek aan?

Ja schoon ook spotters zich vermeten

Om hem een peperbus te heten

Te lagchen om zijn vreemd figuur

Is daarom nog het dorpsbestuur

Gerechtigd om ten spijt van allen

Die oude tooren te doen vallen?

O, Neen! En toch, toch heeft de raad

Besloten dat hij vallen gaat

Maar zal tot redding onzer tooren

Zich dan geen enkele stem doen hooren?

Terwijl voor ’t raadhuis iedereen

Zich in de bres steld te Overveen

Helaas voor hem blijft niets te hopen

Wie zal die oude tooren kopen?

En geld is ’t waar de raad

Zich soms nog door verbidden laat

Die tooren ’t erfstuk onzer vaderen

Zal al te rasch zijn einde naderen

Terwijl de kroeg van Overveen

Welligt nog jaaren achtereen

Tot spijt van veel getrouwde vrouwen

De mannen buitenshuis zal houwen

Wij weten wat daar is geschied

Wat taal men soms daar hooren liet

Tot welke smul en drinkpartijen

Men in dat huis zich liet verlijen

En hoe men soms ene gansche nacht

Met speelen daar heeft zoek gebragt

Dan deed van uit die oude tooren

Altoos een vriendenstem zich hooren

Die ernstig van naar huis gaan sprak

En schoon m’er soms de gek mee stak

Toch was die roepstem vaak het teken

Die ’t lustig volkje deed breken

Maar schoon men weet dat onzen Schout

Van nagtpartijen weinig houd

En schoon onze achtbare magistraten

Die, zoo ik hoop niet minder haten

Ten minsten sedert in de raad

Ook hunnen stem zich hooren laat

Toch vrees ik dat men zal vergeten

Hoe braaf zich ’t Klokhuis heeft gekweten

In hoe het als een trouwe vriend

Bij dag en nagt ons heeft gedient

Helaas men zal het Klokhuis slopen

En ’t raadhuis mogelijk nog verkopen

Ten minsten zoo men geld genoeg

Wil bieden voor die boze kroeg

Zoo ziet men d’oude goede zeden

In onzen tijd met voeten treeden

En ach! Voor geld, en geld alleen

Vermoeit en buigt zich iedereen.

 

 

Bron: Oud Overveen, Monumentendag 1993, pag.13-14.

 


Ook Anton Pieck heeft het oude klokhuis in het zonnetje gezet.

Klik op de plaat voor een vergroting.

Klokhuis Anton_Pieck_2

Bron: Ontdek Den Helder

 


 

Oud Overveen

Wie meer wil weten over Oud Overveen kan doorschakelen naar de mooie website:

http://members.home.nl/mtettero/Tetterode.htm

http://home.wxs.nl/%7Emarcel.tettero/Haarlem/Overveen.html

Prachtige oude prenten van Bloemendaal en Overveen. Eeuwenlang de woonplaats van de afstammelingen van Dierick Beyvoets.

"
"


» Allemaal zien         » Dia voorstelling